De afgelopen jaren is in Nederland het aantal mensen met financiële problemen toegenomen. Van de kinderen tussen de 0 en 21 jaar groeit ongeveer 12% op in armoede. Dat betekent meer dan één op de tien kinderen. Vaak wonen ze in grote steden, zoals Amsterdam, Rotterdam, Utrecht of Den Haag.
Er is geen graadmeter voor financiële tekorten of armoede. Soms is er net genoeg geld om de huur te betalen en te eten, maar niet voor groente en fruit, een verjaardag, een sportclub, een computer, een fiets, nieuwe kleren, een wasmachine of een vervolgopleiding. Vaak gaan geldproblemen ook nog samen met een ongezonde leefstijl [linken met leefstijl] of een lage opleiding.
Geldproblemen of armoede betekent niet alleen ‘geen geld hebben’, er zijn meerdere vormen van armoede. (onderstaande opsomming uitvouwen als je vormen aanklikt.)
- Financiële armoede: er is te weinig geld om alles te kunnen betalen, zoals kleding, schoolspullen, medicijnen, hulpmiddelen, sporten of zelfs boodschappen.
- Sociale armoede: je kunt bijvoorbeeld niet mee op schoolreis, geen cadeautje voor een feestje kopen of nooit iemand kunnen uitnodigen. Het kan ook zijn dat door je aandoening moeilijk kunt afspreken met vrienden, omdat je niet mobiel bent of er de energie niet voor hebt.
- Kansarmoede: je krijgt minder kansen in het leven omdat er weinig geld, steun of tijd is. Of je hebt geen energie om hele dagen naar school te gaan of te studeren. En als je door veel ziekenhuisbezoek veel school mist, wordt het moeilijker om te leren, werk te vinden of je dromen waar te maken.
- Mentale armoede: armoede kan veel stress geven. Je kunt je zorgen maken of je schaamt je. Dat kan je zelfvertrouwen en je gevoel van veiligheid beïnvloeden.
Armoede is dus meer dan geld alleen. En onthoud: Het is nooit jouw schuld en er is gelukkig altijd hulp te vinden.
Dubbele pech
Als je een chronische ziekte hebt, kunnen er thuis soms zorgen zijn over geld. Ziek zijn kost nou eenmaal vaak veel geld en daar kun jij niks aan doen. Lees hier [linken naar: niet alleen ziek, maar ook kwetsbaar] meer over de mogelijke effecten van ziek zijn op je gezin.
Soms moet een ouder minder gaan werken om voor jou te kunnen zorgen. Of jullie moeten vaak met de auto of het openbaar vervoer naar het ziekenhuis. Misschien heb je speciale medicijnen nodig, hulpmiddelen of aangepaste voeding. Ook worden sommige dingen die je nodig hebt, niet vergoed door de verzekering. Al die dingen samen kunnen ervoor zorgen dat er thuis financiële problemen zijn. Het is goed om te weten dat er organisaties en regelingen zijn die gezinnen helpen bij dit soort extra kosten.
En als je je toch zorgen maakt, praat er dan over. Met je ouders/verzorgers, met iemand van school of met een zorgverlener. Samen kun je altijd zoeken naar oplossingen.