Op kamers gaan, wat komt daarbij kijken?
Als je gaat studeren en op kamers gaat, krijg je niet alleen vrijheid maar ook verantwoordelijkheden. Eén van de grootste uitdagingen waar je mee te maken krijgt, is je financiën op orde houden. Zeker als je een chronische aandoening hebt, kunnen er extra kosten en drempels zijn. Hier zijn een paar kostenposten waar je als student mee te maken kunt krijgen én wat tips om een en ander aan te pakken.
Huur en vaste lasten
Als je op kamers gaat, is de huur meestal je grootste maandelijkse kostenpost. Daarnaast heb je nog vaste lasten zoals gas, water, elektriciteit, internet en soms zelfs servicekosten. Al die kleine bedragen bij elkaar kunnen groter zijn dan je verwacht.
Tip: De huurprijzen voor een kamer kunnen nogal verschillen. Hoe dichter bij het centrum, hoe hoger vaak de huurprijzen. Je kunt daarnaast besparen door bijvoorbeeld samen te wonen met huisgenoten zodat je de kosten kunt delen. Check ook of je recht hebt op huurtoeslag[link naar INFO toeslagen en regelingen].
Collegegeld en studiekosten
Studeren zelf is ook niet gratis. Het collegegeld is elk jaar weer een flinke hap uit je budget. Daarnaast zijn er nog extra kosten zoals boeken, readers of een laptop. Al die kosten kunnen behoorlijk optellen.
Tip: Je kunt studiefinanciering [link thema hoe betaal je je studie] aanvragen om je collegegeld te dekken. Kijk ook eens naar tweedehands boeken op Marktplaats of leen ze van vrienden. Sommige studiematerialen kun je via je studie in termijnen betalen. Volg je een opleiding maar kun je door je chronische ziekte niet (veel) werken naast je studie? Dan kun je in aanmerking komen voor een gemeentelijke,he individuele studietoeslag [link thema hoe betaal je je studie]. Zo kun je je richten op je studie zonder de druk om daarnaast te moeten werken.
Er zijn ook studenten die ervoor kiezen om te lenen. Dit
kan handig zijn om je kosten te dekken, maar je moet het geld later
wel terugbetalen.
Tip: Leen
alleen wat je écht nodig hebt. Hoe meer je leent, hoe groter je
schuld is na je studie. Weet hoeveel je uiteindelijk moet
terugbetalen en bedenk of je dit na je studie kunt opbrengen.
Levensonderhoud
Op kamers gaan betekent ook zelf boodschappen doen, koken en andere dagelijkse uitgaven zoals verzorgingsproducten, kleding en af en toe een drankje met vrienden. Dit kan snel duur worden als je niet oppast. De kosten van boodschappen kunnen ook oplopen als je bijvoorbeeld speciale voedingsmiddelen nodig hebt. Denk aan glutenvrije producten als je coeliakie hebt. Deze voedingsmiddelen zijn vaak wat duurder.
Tip: Maak een maandbudget voor je boodschappen en probeer slim in te kopen. Ga bijvoorbeeld eens naar de markt of koop producten die in de aanbieding zijn. Je kunt ook kiezen voor een goedkopere supermarkt. Ook kun je bewust met eten omgaan. Zo kun je restjes de vorige dag de volgende dag opbakken of verwerken in een ander gerecht.
Verzekeringen
Als je op jezelf woont, moet je ook verzekeringen afsluiten. Denk bijvoorbeeld aan je zorgverzekering [ link naar thema zorgverzekeringen], inboedelverzekering en misschien wel een aansprakelijkheidsverzekering. Deze zijn vaak verplicht en de kosten kunnen snel oplopen.
Tip: Vergelijk de verschillende verzekeringen voordat je er eentje afsluit. Er zijn vaak speciale studentenpakketten die voordeliger zijn. Je kunt ook zorgtoeslag [link toeslagen en regelingen] aanvragen om je zorgkosten te verlagen.
Onverwachte uitgaven
Als je laptop kapotgaat, je fiets gestolen wordt of je hogere medische kosten hebt, sta je voor onverwachte uitgaven. Heel vervelend, vooral als je geen spaargeld hebt om op terug te vallen. Jongeren met een chronische aandoening maken soms extra medische kosten of hebben aangepaste voorzieningen nodig.
Tip: Probeer elke maand iets opzij te zetten, hoe klein het bedrag ook is. Een noodpotje kan echt een lifesaver zijn op het moment dat je het nodig hebt. Heb je extra kosten door je aandoening die niet vergoed worden? Vraag dan bij je gemeente naar bijzondere bijstand [info toeslagen en regelingen] of regelingen speciaal voor jongeren met een beperking of chronische ziekte.
Een bijbaantje
Veel studenten kiezen ervoor om naast hun studie een bijbaan te nemen om wat extra geld te verdienen [link naar thema werk en bijbanen]. Dit kan helpen om je vaste lasten en leuke dingen te betalen, maar het kost natuurlijk wel tijd en energie. Het is een uitdaging om een balans te vinden tussen werken, studeren en ontspanning, zeker als je door je chronische ziekte ook rekening moet houden met je energielevel. Het kan een constante afweging zijn waar je je energie aan wil en moet besteden. Daardoor kan het ook zijn dat een bijbaantje niet altijd haalbaar is, simpelweg omdat je daar de energie niet meer voor hebt of geen tijd meer omdat studie en ziek zijn al genoeg tijd in beslag nemen. Op de Cyberpoli kun je heel veel ervaringsverhalen lezen van jongeren die ziek zijn en studeren. Lees hun verhalen maar eens om te kijken hoe zij daarmee omgaan.
Tip: Zoek werk dat fysiek en mentaal bij je past en bespreek met een studieloopbaanbegeleider wat realistisch is. Kun je echt niet werken? Check dan of je recht hebt op een studietoeslag [toeslagen en regelingen] of aanvullende ondersteuning via het Jongerenloket van je gemeente.
Tip: Kies een flexibele bijbaan die goed te combineren is met je studie. Denk bijvoorbeeld aan werk in de horeca of als student-assistent bij je universiteit of hogeschool. Let wel op de balans, zodat je studie en je lichaam er niet onder lijden.
Studeren,
zelfstandig wonen en chronische ziek zijn vraagt vaak net wat meer
voorbereiding. Zorg bijvoorbeeld dat je artsen en apotheek op de
hoogte zijn van je verhuizing. En heb je hulp nodig bij je
administratie of zorgzaken? Vraag dan je ouders om raad of
begeleiding via een maatschappelijk werker of zorgcoach.
Het
brengt ook nieuwe financiële uitdagingen met zich mee. Door goed te
plannen, hulp te vragen, op je uitgaven te letten, slim te
budgetteren en gebruik te maken van regelingen en, als het kan,
bijbanen, kun je veel stress voorkomen en echt genieten van je
studententijd.